19 januari 2020

Blue Monday komt er aan. 20 januari. De depressiefste dag van het jaar. Tijd dus voor een positieve tekst. De westerse geschiedenis is namelijk niet alleen maar drama en oorlog. Sommige wereldreligies hebben de mensheid een enorme stap voorwaarts gebracht, zoals bijvoorbeeld het christendom.  

De manier waarop wij westerlingen denken en naar de samenleving kijken zou zonder het christendom onmogelijk zijn geweest. Het idee van ‘naastenliefde’ was een radicale breuk met hoe de Grieks-Romeinse mens de wereld zag. Een ware aardverschuiving zelfs! Maar hoe dan? En waarin verschillen wij zo van onze mediterrane voorouders?

Eén ding dat je goed moet begrijpen over de oudheid is dat die wereld draaide om dominantie. Verhoudingen tussen naties en mensen onderling waren geordend op basis van wie domineerde. Dat hield in dat de sterke de zwakkere moest overheersen. Zo hoorde het. Dat was de natuurlijke orde der dingen.  

Op die basis hadden sterke naties, zoals bijvoorbeeld het Romeinse Rijk ook het ‘recht’ om zwakkere naties te veroveren. De denkwijze vanuit dominantie was zo allesomvattend dat de onderworpenen vaak de goden van hun overheersers aannamen, immers, die goden ware sterker gebleken dan hun eigen goden. De nieuwe goden domineerden nu en het was logisch om je in je gebeden tot de sterkste goden te richten, want blijkbaar kregen die meer gedaan.

Tussen mensen onderling gold precies hetzelfde: de kleine rijke elite domineerde de hele samenleving in politiek, recht en kunst. Slavernij was dus ook de normaalste zaak van de wereld. Hiermee moet je niet direct denken aan blote ruggen en zwepen maar aan talloze mensen (80% van de samenleving) die in en rondom het huis hun meerdere moesten dienen. Naar een ‘zwakke’ keek je verder ook niet om, laat staan dat je die zou helpen of verzorgen: had ie maar niet zwak geboren moeten zijn!

Men was ervan overtuigd dat de goden nu eenmaal sommige mensen sterker hadden geschapen dan anderen. En zo dacht men ook over mannen en vrouwen (en over het huwelijk). De vrouw was letterlijk het zwakkere geslacht: ze was minder sterk, had rondingen en haar huid was zachter. Dat kwam, dacht men, omdat ze meer vocht vasthield dan een man (en haar lichaam moest maandelijks dat overtollige vocht afvoeren). Binnen het huwelijk moest de sterkere man dus de vrouw domineren en zij hoorde hem te dienen.

Zo’n wereld kunnen wij ons niet meer voorstellen dankzij het christendom. Die jonge religie in de 1e eeuw na christus benaderde de verhoudingen tussen mensen totaal anders. Iedereen was namelijk een gelijkwaardige ziel, door God geschapen. En iedereen had een eigen weg van deugd en geloof te volbrengen om toegang tot de hemel te verdienen. Binnen het vroege christendom waren mannen en vrouwen ook veel gelijkwaardiger, als broeders en zusters. Uit de brieven van de apostel Paulus kunnen we zelfs opmaken dat sommige vrouwen de hoogste posities binnen de vroege kerk bekleedden (totdat dat helaas veranderde).

Het christendom beschouwde een medemens niet als iemand die gedomineerd moest worden, maar als je naaste waarvoor je goed moest zijn en die je moest helpen wanneer deze het moeilijk had. Dát was hoe God het had bedoeld. En dat was een ontzettend nieuwe manier van naar de wereld kijken.

Natuurlijk was daarmee de ongelijkheid tussen mensen niet de wereld uit. Old habits die hard. Ieders ziel is weliswaar gelijk maar dat wil niet zeggen dat iedereen in dit leven dezelfde positie had. Maar in de kern was iedereen voor God eender en gelijk geschapen. Daar hoorde bovendien een code bij hoe je met elkaar omging. Voor iedereen, ook voor een koning, gold een christelijke moraal die je opdroeg goed voor anderen te zijn en voor zwakkeren te zorgen. Uit het christendom kwamen zelfs groepen mannen en vrouwen voort, monniken en nonnen, die hun hele leven zouden wijden aan het helpen van anderen – een humanitaire beweging die zijn gelijk niet kende binnen de oudheid.

De afgelopen tweeduizend jaar heeft de Westerse mens deze christelijke opdracht met vallen en opstaan weten uit te voeren. Samen met invloeden van het Humanisme, de Verlichting en andere sociale- en culturele revoluties, heeft dit alles zich ontwikkeld tot een moraal van naastenliefde, die haar oorsprong vond in Jeruzalem bij een kleine groep gelovigen en hun gekruisigde verlosser.