De vroege christenen wilden graag meer weten over de beroemde personen waarover ze tijdens de kerkdiensten hoorden. Een beetje zoals wij graag een spin-off willen zien van een personage uit onze favoriete tv serie (fans van Brienne of Tarth en Tyrion Lannister uit Game of Thrones weten precies wat ik bedoel). En zo vulde men ook de gaten van Maria’s levensverhaal in.
Het evangelie van Jakobus (dat niet in het Nieuwe Testament is opgenomen) bevat een verhaal over de jonge Maria als tempelmaagd dat erg veel invloed heeft gehad, zeker in de beeldende kunst. Het vertelt hoe de kleine Maria door haar ouders naar de tempel wordt gebracht om daar voortaan te dienen. Dolblij rent het meisje de trappen naar de tempel op en kijkt niet eens meer om naar haar ouders, zo godsvruchtig was die kleine Maria. En dat was natuurlijk precies het doel van het verhaal, want de moeder van God kan niet anders dan super vroom zijn en moet in haar jeugd al opgevallen zijn door haar werk in de tempel.
De werkelijkheid was anders. Maria was namelijk een jonge vrouw afkomstig van het platteland, wonend in een onbeduidend arm gehucht dat Nazareth heette. Ze was een totale nobody. Net zoals haar zoon Jezus, overigens. In 70 na chr. werd de tempel in Jeruzalem vernietigd, maar het populaire evangelie van Jakobus werd waarschijnlijk tussen 150-200 na chr. geschreven. In de tussenliggende honderd jaar was veel feitelijke kennis over de tempelrituelen verdwenen. Dat bood ruimte aan tal van onjuistheden die in het evangelie van Jakobus staan.
Maria is nooit een tempelmaagd geweest om de simpele reden dat… er geen tempelmaagden waren in de Joodse tempel. Dat was een heidens gebruik (Grieks, Romeins, Mesopotamisch – en in sommige vruchtbaarheidsrituelen speelde het Hieros Gamos inderdaad een rol) waar de Joden niets van moesten hebben. Bovendien was de tempel een mannenbolwerk, vrouwen mochten letterlijk na het voorportaal niet verder gaan. Ook de werkzaamheden in de tempel waren mannenwerk: geld wisselen, vee verkopen, beesten slachten en op de brandstapel gooien. Niet echt werk dat aan kleine meisjes werd toevertrouwd. De Tempel in Jeruzalem was de machtszetel van de Sadduceeën: geestelijken die vooral afkomstig waren uit de Joodse elite. Het is dus ondenkbaar dat een boerentrien als Maria ooit tot het tempelpersoneel behoorde.
Maria was een doodgewone Joodse vrouw die door puur toeval in de geschiedenisboeken belandde.